Wonen: Wie komt er in mijn huisje?
Oost, West, Thuis Best. Jullie huis: de veilige plek waar voor je gezorgd wordt, daar ben je thuis! Je kind kent vast en zeker alle plekjes in huis heel goed. Zodra het trap kan lopen, gaat het in huis zijn eigen weg, zonder dat jij telkens mee hoeft. Je kind pakt zelf speelgoed, weet je te vinden in de keuken of de woonkamer.
Kinderen weten als snel dat niet alle huizen er gelijk uit zien. Er zijn kleine huisjes, grote huizen. sommige kinderen wonen in een flat. Je kunt zelf huizen bouwen van blokken of misschien buiten met lakens en de waslijn
Download hier de ouderbrief Piramide als pdf-bestand.
Aanwijzen, vragen en praten met uw kind
Peuters willen graag hun vader of moeder "helpen". Dat betekent dat ze bij je zijn als je bijvoorbeeld de was in de wasmachine stopt. Een prima moment om samen de kleren te benoemen. Welke kleren van je kind gaan in de wasmachine? Welke dingen stopt je kind erin? Waar gaat de schone was in? Leg eens alle sokken in de wasmand.
Laat vooral je kind aan het woord. Zeg eens "Vertel mama/papa eens wat gaan we doen?" of "Vertel eens aan mama/papa hoe doe jij dat?" Bespreek wat voor kleren het zijn. Is het voor jongens of meisjes, of allebei, voor buiten of binnen, om in te slapen of buiten te spelen? Is het voor baby's of juist voor grote kinderen, voor kinderen "zoals jij", of voor mama of papa?
Wie komt er in mijn huisje
Er is geen fijner huisje voor je kind te bedenken dan in jouw armen! Het spelletje "Wie komt er in mijn huisje?" ken je vast nog wel. Je spreidt je armen wijd en roept "Wie komt er in mijn huisje?" Je kind komt op je toe rennen en je vangt het op in je armen. Jullie "huisje", een veilig plekje waar voor je wordt gezorgd. Daar ben je thuis.